Shell en de rechter
Een donderslag bij heldere hemel, de uitspraak van de rechter over het duurzaamheidsbeleid van Shell. Althans, dat moet je wel concluderen uit de reacties. Kennelijk had niemand dit zien aankomen. In de pers werd gesproken over de rechter die de baas zou zijn. Houd maar op met lobbyen want de rechter heeft het laatste woord. Ook zagen mensen ineens nog meer mogelijkheden om bedrijven via de rechter tot de orde te roepen. Een dergelijke uitspraak tegen een bedrijf, dat was nog niet eerder vertoond. Maar waar zat het hem nu precies in? Wat voor bijzonders had de rechter nou eigenlijk gedaan? Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld en ik ging op zoek naar de uitspraak. Voor wie hem ook wil lezen, hier vind je hem: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:5337
De rechter is er goed voor gaan zitten. Het is een lang verhaal, maar glashelder. Het begint met een mooie uitleg over klimaatverandering en hoe klein het resterende CO2-budget nog maar is voordat we in de gevarenzone komen met meer dan 1,5 C mondiale temperatuurstijging. Overigens is die temperatuurstijging in Nederland nu al 1,7 C. Dat wist ik nog niet.
Centraal in de beslissing staat de conclusie dat Shell met zijn trage vergroeningsbeleid een ‘onrechtmatige daad’ pleegt. Dit kennen we al 100 jaar in het Nederlandse recht. Een onrechtmatige daad is … een doen of nalaten in strijd … met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt …. Te weinig doen of te traag zijn kan dus onrechtmatig zijn.
Het hoofdkantoor van Shell staat in Den Haag en daar wordt het beleid voor de hele Shell groep gemaakt. De bedrijven en afdelingen van Shell in het buitenland voeren allemaal uit wat in Den Haag besloten wordt. In zijn beleid volgt Shell waar de markt om vraagt. Als mensen benzine voor hun auto willen kopen, wil Shell het leveren. Ze heeft geen uitgesproken beleid om serieus te proberen klanten in de gelegenheid te stellen voor de auto andere energie te gebruiken dan fossiele brandstof. Maar Shell heeft wel het klimaatakkoord getekend. En daarin hebben we met elkaar scherpe doelen afgesproken voor 2030 en 2050. Shell erkent ook wel het belang van het snel terugdringen van de CO2 uitstoot. Het ziet alleen zijn eigen verantwoordelijkheid daarin niet zo sterk.
In de Urgenda zaak is al vastgesteld dat het niet voldoende actie nemen tegen klimaatverandering een mensenrechtenschending is. Weliswaar zijn eisen gebaseerd op mensenrechtenverdragen meestal gericht tegen staten en niet tegen bedrijven, maar er is al diverse malen vastgesteld dat ook bedrijven mensenrechten niet mogen schenden. Bijvoorbeeld door de Verenigde Naties, de OESO en de Europese Commissie.
En zo komt de rechter tot de conclusie dat Shell met zijn reactieve en trage duurzaamheidsbeleid iets nalaat in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Met andere woorden: Shell pleegt een onrechtmatige daad; het voldoet niet aan de zorgvuldigheidsnorm. Veel normen van organisaties als de Verenigde Naties of de OESO hebben als zwakke plek dat er geen sanctie staat op overtreding van de norm. Door deze normen te gebruiken om vast te stellen wat ‘in het maatschappelijk verkeer betaamt’ verbindt de rechter ze met het Nederlandse leerstuk van de onrechtmatige daad, en daar staat wel een sanctie op.
Overigens is Nederland niet het enige land waar dit soort rechtszaken gevoerd worden. Dat gebeurt ook in een aantal andere landen. Uiteraard kijken advocaten en rechters wat er elders gebeurt. We kunnen de komende jaren nog wel wat spektakel verwachten.
Marianne Rots
VEC Communicatie team
Deel deze pagina: