Groener online

Afgelopen zomer bracht Arjen Lubach onder de aandacht dat er heel wat windmolens geplaatst moeten worden om de datacenters die nodig zijn voor onze online activiteiten van schone energie te voorzien. De elektriciteitsconsumptie van de data centers is nu al groter dan 1% van het wereldwijde energieverbruik. Eigenlijk was het een beetje uit de aandacht verdwenen dat computers zulke energie-slurpers zijn. Vroeger stonden ‘computerruimtes’ erom bekend dat er extra airconditioning in stond, de ventilatoren een hoop kabaal maakten en het in die ruimtes toch ongelooflijk warm was. Met de intrede van de PCs verdween dat beeld naar de achtergrond. PCs, laptops, tablets, smartphones, het beeld werd steeds moderner en zonder er bij stil te staan ontstond een vermoeden dat al die mooie, nieuwe communicatiemiddelen natuurlijk uitstekend in de moderne tijd passen. Uiteraard kan het dan niet klimaatonvriendelijk zijn. Ik schrok dan ook toen bleek dat de CO2 uitstoot van een online kerstkaart groter is dan van een kaart die de postbode in de brievenbus stopt. De energie-efficiëntie van de digitale wereld is wel enorm verbeterd de afgelopen decennia, maar het verbruik is nog steeds heel hoog.

Wetenschappers van enkele Amerikaanse en Engelse onderzoeksgroepen hebben nu de ecologische voetafdruk van ons internet gebruik in kaart gebracht (Resources, Conservation & Recycling 167 (2021) 105389, gerapporteerd in Duurzaam Nieuws). Bijvoorbeeld van online vergaderen of het streamen van films. Ja, dat geeft een forse CO2 uitstoot en kost veel water. Om concreet te worden: een uur online video-vergaderen veroorzaakt een uitstoot van 150—1000 gram CO2 en verbruikt 2 – 12 liter water. Overigens zit hier wel aanzienlijke variatie in tussen verschillende landen.

Nu het goede nieuws. De voetafdruk van online vergaderen wordt voor maar liefst 96% veroorzaakt door het gebruik van de webcam. Ook de kwaliteit van het beeld speelt een grote rol. De milieubelasting van een streamingdienst kan met maar liefst 86% verminderd worden door de beeldkwaliteit op standaard te zetten in plaats van High Definition.

Ook een beetje maat houden in ons internet gebruik is misschien een goed idee. De onderzoekers stelden vast dat sinds de start van de lockdown het internetverkeer met ongeveer 20% is toegenomen. Als dat zo door gaat tot eind 2021, dan hebben we een bos van 185.000 vierkante kilometer nodig om de extra CO2 uitstoot te compenseren. Met het extra water dat er voor nodig is zouden 300.000 Olympische zwembaden gevuld kunnen worden. Maar er zijn dus een paar makkelijke keuzes die we zelf kunnen maken en die grote invloed hebben op de milieu-impact van ons internet gebruik.

Aanpassen aan klimaatverandering

Terwijl ik dit stukje schrijf kleurt de wereld buiten langzaam wit. Het is alweer even geleden dat we dat in Vlaardingen gezien hebben. Daar zit wat toeval in maar het reflecteert ook de klimaatverandering. Het Vlaardings Energie Collectief (VEC) zet zich vooral in om de uitstoot van broeikasgas te verminderen door energiebesparing en duurzame energie op te wekken. Maar de energietransitie is maar een kant van de medaille. We proberen de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 C maar ondertussen is het klimaat allang aan het veranderen. Ik had het me niet gerealiseerd maar in het akkoord van Parijs zijn ook afspraken gemaakt over de aanpassingen van alle landen aan de klimaatveranderingen. Doen we dat niet dan ontstaan alsnog grote, mondiale problemen. Bijvoorbeeld als gevolg van hittestress, problemen in de landbouw en dus de voedselvoorziening, klimaatvluchtelingen, bosbranden en overstromingen.

Het UNEP, het Environment Programme van de Verenigde Naties rapporteert jaarlijks zijn Adaptation Gap Report en het 2020 rapport is net uit. U kunt het hier vinden: https://www.unenvironment.org/resources/adaptation-gap-report-2020. Er is goed nieuws en slecht nieuws. De meeste landen boeken nu vooruitgang met hun plannen voor de klimaatadaptatie. Het slechte nieuws is dat het lang niet snel genoeg gaat. Vooral de financiering blijft achter en de kloof tussen wat aan financiering beschikbaar komt en wat nodig is wordt groter, niet kleiner. Dit jaar besteed het rapport speciaal aandacht aan projecten die gebruik maken van mechanismes in de natuur zelf, de zogenaamde nature-based solutions. Voorbeelden van zulke projecten in Nederland zijn de Zandmotor aan de kust bij Kijkduin en de ruimte die gecreëerd is om rivieren in de uiterwaarden te laten overstromen.

In de Nederlandse Klimaat Adaptatie Strategie zijn de plannen gegroepeerd rond 4 trends in het klimaat: het wordt warmer, de zeespiegel stijgt en als gevolg van het extremer worden van het weer, wordt het zowel natter als droger. Daar goed invulling aan geven is nog niet zo makkelijk. Om hittestress in de steden te verminderen wil je veel groen en water in de stad. Dat kan het makkelijkst als je ruimte hebt, maar die hebben we meestal niet. We willen voor 2030 een miljoen nieuwe woningen bouwen maar de meeste gemeenten hebben geen ruimte meer. Dus moeten ze gaan ‘inbreien’, dus dat strookje groen dat om de hoek ligt toch maar gebruiken voor een rijtje nieuwe huizen. Daarmee wordt het des te belangrijker om op eigen terrein zoveel mogelijk groen en water te realiseren. Als u misschien een schuurtje of garage hebt met een plat dak, kunt u daar misschien een groen dak van maken? Of voordat u zonnepanelen op uw platte dak legt kunt u er misschien eerst een groen dak van maken? Ik heb zelf die kans gemist en daar heb ik wel spijt van. Een groen dak verhoogd ook het wooncomfort want het verbetert de isolatie.

Het mooiste voorbeeld van klimaatadaptatie dat ik ken zijn de projecten van het bedrijf Groasis in Brabant. Als u geïnteresseerd bent hoe je in de woestijn en op droge, uitgeputte gronden weer planten en bomen kunt laten groeien zonder dat je daar energie-slurpende irrigatie voor hoeft aan te leggen, kijkt u dan eens hier: https://www.groasis.com/nl/projecten. Ik word er blij van.