Vuurtje stoken, leuk toch?

Vuur, het blijft boeien. Wie wil niet graag een vuurtje stoken? Als kind vond ik niets leuker dan het tuinafval verbranden als het een poosje droog was geweest. Of een kampvuur maken en proberen er een stokbroodje in te bakken. Daar kun je eindeloos mee bezig zijn. Het verrast me dan ook niet dat zoveel mensen graag de open haard aandoen, gaan BBQ-en of een houtkachel installeren. Iedereen vindt spelen met vuur leuk. 

En dan komen weer de waarschuwingen. Wist u wel dat een open haard 250 keer meer milieuschade oplevert dan een moderne cv-ketel? Onlangs heeft de politiek besloten geen subsidie meer te verstrekken voor het stoken van hout in biomassacentrales, want om klimaatverandering tegen te gaan lijkt dit middel erger dan de kwaal. Vergeleken met zo’n houtgestookte biomassacentrale stoot een open haard voor dezelfde hoeveelheid warmte 75 keer meer fijnstof uit.

De SER had dan ook geadviseerd het gebruik van oudere open haarden en houtkachels te ontmoedigen. Maar we vinden het zo leuk, dat vuurtje stoken, dat de politiek het niet aandurft er iets tegen te ondernemen. Minister Wiebes daagde de tweede kamer uit. Hij wist zeker dat ook al zijn open haarden en barbecues de allerergste lucht-verpesters, ze toch buiten schot zullen blijven: “Ik weet zeker dat u uw vingers daar politiek niet aan durft te branden. Is er een verbod in de maak? Nee, dat durft u niet.” En hij kreeg gelijk. Het Plan Bureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat, omdat op andere terreinen wel maatregelen genomen worden voor schonere lucht, in 2030 40% van de roetvervuiling veroorzaakt zal worden door kachels en open haarden.

Voorlopig zal er dus waarschijnlijk niet veel ondernomen worden tegen houtkachels, open haarden, vuurkorven en hout-gestookte barbecues. Dat is niet alleen een probleem voor het klimaat. Volgens het Longfonds hebben 1,2 miljoen mensen in Nederland een longziekte en 750.000 daarvan geven aan regelmatig met benauwdheid te kampen door houtrook. Door de toename in buitenkachels, pizza-houtovens en vuurkorven is de overlast in de zomermaanden zelfs scherp toegenomen.

Dat zal niemand zo bedoelen. Als u de overlast wilt proberen te beperken, kunt u zich abonneren op een ‘stookalert’ bijv. van het RIVM: https://www.rivm.nl/stookalert  Het RIVM geeft een alert om geen hout te stoken als de luchtkwaliteit al slecht is en verwacht wordt dat hout-stook extra hinderlijk zal zijn voor mensen met luchtwegklachten. En als u zoveel vervuiling toch wel bezwaarlijk vindt kunt u overwegen over te stappen naar een elektrische barbecue. De vervuiling daarvan is minimaal.

Biomassa gaat eruit. Maar wat komt dan in de plaats?

In het klimaatakkoord is een grote rol toebedeeld aan het gebruik van biomassa voor elektriciteit productie. De logica was simpel. Als je bomen verbrandt en je plant weer nieuwe bomen dan is dat CO2 neutraal want de nieuwe bomen gebruiken net zo veel CO2 als er vrij komt bij de verbranding. Zo maak je ‘schone energie’. Om het gebruik van biomassa te stimuleren werd subsidie beschikbaar gesteld. Zo zouden we het gebruik van fossiele brandstoffen in elektriciteit centrales snel kunnen afbouwen. Dus hout in plaats van kolen en gas.

Maar al snel kwamen er kritische kanttekeningen. Kleine biomassa centrales hebben een substantiële uitstoot met nare gevolgen voor de luchtkwaliteit. Mensen met astma kunnen daar flink last van hebben. Ook blijkt veel van de biomassa te bestaan uit houtsnippers uit Finland of Canada. Dan gaat de CO2 uitstoot van het transport meetellen, die in het sommetje niet meegenomen is. En worden die nieuwe bomen wel weer aangeplant? Bovendien legt Nederland zo een wel erg groot beslag op beschikbaar hout. Een misschien wel fundamenteler probleem is dat het gebruik van hout als brandstof ‘laagwaardig’ is en niet goed past in het model van duurzaamheid en circulaire economie. Volgens dat idee wil je materialen op een zo hoogwaardig mogelijke manier gebruiken. Hout gebruik je liever voor meubelen en gebouwen, voor papier en als waardevolle grondstof voor de chemische industrie.

Aanvankelijk waren veel partijen positief over het gebruik van biomassa voor stroom productie maar inmiddels hebben velen hun mening herzien. Binnenkort wordt het advies van de SER hierover ‘Biomassa in Balans’ (voor de ministersversie van dit rapport zie https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2020/biomassa-in-balans.pdf?la=nl&hash=6E441F5E399C6398278A5B07D28E9146 ) aan staatssecretaris van Veldhoven en minister Wiebes aangeboden. De SER heeft geconcludeerd dat het gebruik van biomassa voor warmte en elektriciteit productie afgebouwd moet worden. Inmiddels wil ook een meerderheid van de tweede kamer dat.

Maar hoe gaan we dan voldoende schone stroom en warmte opwekken? Dat is nog niet zo makkelijk en de meningen lopen uiteen. Langer gas gebruiken? Uit Nederland of Noorwegen zal dat waarschijnlijk niet beschikbaar zijn, dus dan maar uit Rusland? Willen we die afhankelijkheid? Meer energie besparen? Maar hoe dan? Of meer CO2 afvangen of opslaan? Nog niet zo lang geleden was er twijfel over grote investeringen in die technologie. Meer geothermie of waterenergie? Meer zonnepanelen en windmolens? Werk aan de winkel voor het VEC. De vraag is makkelijker gesteld dan beantwoord. In een eerste reactie zei Ed Nijpels, boegbeeld van het klimaatakkoord, dat wie een gat laat vallen, het ook moet vullen. Maar zo zal het spel niet gespeeld worden. Minister Wiebes werkt al aan een kader om meer duidelijkheid te geven. Zonder duidelijkheid zullen marktpartijen niet investeren. De bal ligt weer bij het kabinet.